3. Samenwerken en communiceren

De afgestudeerde cinematographer bezit het vermogen vanuit zijn eigen specialisme in samenwerking met de andere vakspecialisten een actieve bijdrage te leveren aan een gezamenlijk product of proces. Hij bezit hiertoe het vermogen om zijn handelen zowel verbaal, non?verbaal als in schrift effectief en efficiƫnt over te brengen, af te stemmen en te verantwoorden .

Algemene gedragsindicatoren

  • gaat als teamworker professioneel om met verschillende partijen en belangen in het productieproces
  • geeft een persoonlijke artistieke invulling aan zijn bijdrage in het team en communiceert zijn inbreng goed met de andere vakspecialismen vanuit een helder beeld van zijn eigen plaats en rol in het team
  • toont begrip, respect en waardering voor de bijdragen van de andere vakspecialisten en schakelt, waar nodig zijn oplossingsgerichtheid in
  • laat in zijn samenwerking en communicatie zien te beschikken over basiskennis van de andere disciplines waarmee tijdens de productie wordt samengewerkt
  • schat de risico's waaronder cast en crew moeten werken goed in en zorgt voor maximale veiligheid voor zichzelf en zijn omgeving

Specifieke gedragsindicatoren

  • werkt vanuit het beeldconcept de (onder)delen verder uit met de regisseur en production designer, binnen het concept, maar met ruimte voor inbreng van de anderen
  • conformeert zich aan het regieconcept teneinde bruikbaar materiaal te leveren aan de editor
  • organiseert, instrueert en inspireert medewerkers voor camera, grip en licht als (deel)team
  • neemt aantoonbaar een adviserende rol in ten aanzien van de regisseur
  • kan omgaan met zijn tweledige rol, enerzijds sturend en leidinggevend, anderszijds ondersteunend en uitvoerend

 

Delen