6. Flexibiliteit

De afgestudeerde cinematographer bezit aantoonbaar het vermogen om onder zeer wisselende omstandigheden een constructieve bijdrage te leveren aan audiovisuele producties, waarbij hij de kwaliteit bewaakt en zorgt voor een constant prestatie niveau

Algemene gedragsindicatoren

  • maakt artistieke keuzes binnen gestelde randvoorwaarden en stelt deze zonodig bij om een optimaal eindresultaat te bereiken
  • laat zien dat hij onder druk kan werken, en waar nodig improviseren
  • werkt, indien nodig, voor verschillende opdrachtgevers met verschillende opvattingen over de invulling van de aard van de werkzaamheden en voor geheel verschillende producties (speelfilm, televisiedrama, documentaire, etc)
  • werkt, indien nodig, aan verschillende projecten tegelijkertijd

Specifieke gedragsindicatoren

  • bewaakt het beeldconcept tijdens de voortgang van de productie en speelt in op mogelijke veranderingen

 

Delen