de afstudeerrichting Montage

De opleiding tot editor aan de Nederlandse Filmacademie is de enige opleiding in Nederland waar studenten op HBO-niveau kunnen afstuderen als specialist in de montage van audiovisuele producties. De opleiding richt zich primair op de montage van speelfilm, ‘kwaliteitsdrama’ en documentaire, vanuit de gedachte dat de kennis en expertise die daarvoor nodig is ook toereikend is voor de montage van andere audiovisuele producties (andere vormen van drama, bedrijfsfilms, commercials, informatieve programma’s, et cetera).

De studierichting Montage leidt op tot het monteren van documentaire èn fictie, zodat de student de verschillende competenties ontwikkelt die voor beide typen filmvertellingen noodzakelijk zijn. Daarbij krijgt de behandeling van beeld evenveel aandacht als de behandeling van geluid, aangezien zij beide gelijkwaardige onderdelen zijn waarmee een film zijn verhaal vertelt. Daartoe kent de studierichting Montage een nauwe samenwerking met de studierichting Sound Design, die met name in het derde studiejaar wordt uitgediept.

In het propedeusejaar krijgt de student Montage een brede introductie in de verschillende vakgebieden die bij het maken van film betrokken zijn, zodat de student leert zijn of haar bijdrage aan een film te bezien in het bredere verband van een Gesammtkunstwerk. En daarnaast een uitgebreide introductie in de filmgeschiedenis, zodat de student een historisch besef ontwikkelt van de filmkunst en de positie van film binnen de grote maatschappelijke en culturele ontwikkelingen uit de afgelopen eeuw.

Het tweede studiejaar is primair gericht op het bijbrengen van de ambachtelijke vaardigheden die een editor nodig heeft, daarbij gaat het zowel om bedieningstechniek en de uitwisseling van beeld- en geluidbestanden met andere vakrichtingen als om praktisch toepasbare kennis van dramaturgie, muziek en verhaalopbouw. In dit tweede studiejaar werken de editors samen met zoveel mogelijk verschillende studenten uit de vakklassen Regie Fictie, Regie Documentaire, Productie en Sound Design, zodat ze leren hun werkmethodiek en communicatieve vaardigheden af te stemmen op zoveel mogelijk verschillende samenwerkingspartners. Het onderwijs wordt vooral gegeven door de vaste docenten van de studierichting, zodat de studenten binnen een veilige leeromgeving kunnen experimenteren en fouten mogen maken.

In het derde studiejaar verdiept de student Montage vooral de samenwerking met andere vakdisciplines die bij de postproductie betrokken zijn, in het bijzonder met de sound designer en met de componist. Daartoe kent de Filmacademie al een aantal jaren een unieke samenwerking met de Master Composing for Film van het Amsterdamse Conservatorium. Tijdens het traject van de derde- en vierdejaars film werken regisseur, editor, sound designer en componist nauw samen om tot een afgewogen geluidsdecor van de film te komen, waarbij beeldmontage, geluidsvormgeving en muziek elkaar tijdens de postproductie wederzijds (kunnen) beïnvloeden. Met ingang van het derde studiejaar krijgen studenten Montage meer invloed op de samenwerkingspartners met wie ze films maken, doordat ze een voorkeur mogen uitspreken voor de productie die ze graag zouden willen monteren. Andersom krijgt ook het productieteam van een film de kans om een voorkeur voor een bepaalde editor uit te spreken. Hierdoor ontwikkelt de student Montage een besef van de vaardigheden die rond de acquisitie van opdrachten nodig zijn. Daarnaast maakt de student Montage in het derde studiejaar kennis met de eisen die de beroepspraktijk stelt aan professionele editors, doordat er meer workshops worden gegeven door gastdocenten uit het werkveld en doordat de student begint aan de stage.

Het vierde studiejaar staat vooral in het teken van de stage en van het afstudeertraject. Er wordt van de editor verwacht dat hij of zij het gehele postproductietraject kan overzien en kan vormgeven in een zogenaamd postproductieprotocol, een ‘spoorboekje’ van het traject dat de film doorloopt, van opname tot vertoning, compleet met uitwisselingsgegevens en deadlines. In de eindexamenfilms dient de editor een grote mate van zelfstandigheid te etaleren waar het gaat om de structuur en vormgeving van het te vertellen verhaal, maar ook waar het gaat om de bewaking van de voortgang van het postproductietraject.

Gedurende de hele opleiding vormen de theoretische vakken en praktische oefeningen een gelijkwaardig geheel. Theorieonderwijs wordt gecombineerd met een praktische oefening, zodat het geleerde door de student meteen in de praktijk kan worden toegepast. Praktijkonderwijs wordt gecombineerd met reflectie op het eigen functioneren, door de begeleidende coaches, maar ook door de zelfevaluaties die studenten regelmatig moeten schrijven en door bijvoorbeeld de presentatie die de student Montage geeft van het doorlopen traject bij de derdejaars films.

Zie ook:

Delen