montagetheorie B van Boerema - 3 EC

hoe in films in de eerste minuten een kijkafspraak wordt gemaakt met de toeschouwer

algemene typering en inhoud
In dit blok werken de studenten in eerste instantie het geleerde uit de lessenreeks Montage-analyse A verder uit, door de feedback van de docent toe te passen op het materiaal van de door hen gemonteerde KDO’s en SFO. Daarnaast bevat het blok een aantal theorielessen, die ingaan op de veel voorkomende problemen bij de SFO's en daarmee een verdieping vormen van de montagetheorie die de studenten tot dan toe gekregen hebben. Gezamenlijk worden de openingsminuten van een aantal Nederlandse films geanalyseerd en bediscussieerd, met het doel te onderzoeken welke ‘kijkafspraak’ de film maakt met het publiek. Gekeken wordt daarbij onder andere naar de plaatsing van de begintitels, de introductie van arena en protagonisten, de sfeerzetting en het montagetempo.

leerdoel(en)
Studenten leren de feedback van de docent op praktische wijze te vertalen naar de films waaraan ze kort daarvoor hebben gewerkt. Daarnaast leren ze hoe een film in de eerste minuten een ‘kijkafspraak’ met de toeschouwer maakt over genre, stijl en toon.

competenties
1, 2, 4, 6

onderwijsvorm
Werkcolleges, waarin de openingsminuten van een aantal Nederlandse films gezamenlijk worden besproken en bediscussieerd
Praktische oefening, waarin de student de feedback van de docent verwerkt in de betreffende KDO en KFO

contacttijd
36 uur

docent
Menno Boerema

toets
De docent beoordeelt de actieve participatie van de student

beoordeling

  • 100 % aanwezigheid en actieve participatie bij de lessen
  • voldoende voor de praktische oefening

studiebelasting
3 EC  (84 uur)

Delen