Voldoend Onderricht Persoon Laag Spanning (VOP-LS)

algemene typering en inhoud
Bij het maken van filmopnamen op een filmset of in een filmstudio wordt uiteraard met elektrische apparatuur en elektrische installaties gewerkt.  Bij onoordeelkundig gebruik kan dat tot ernstig lichamelijk letsel leiden.  

Om risico’s te vermijden verplicht de Arbeidsomstandighedenwet werkgevers om te zorgen voor een goede  verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor het werken met elektrische apparatuur.  Op de filmset is het de cinematographer /belichter die het meest met elektrische apparatuur en -installaties werkt, vooral ten behoeve van de belichting. Zo maakt hij tijdelijke elektrische installaties (zowel 230V als 400V oftewel krachtstroom) met als bron een vaste installatie of een (gehuurde) mobiele installatie (agregaat).

Dit houdt in dat de cinematographer /belichter voldoende opgeleid moet zijn om zelf veilig met elektrische apparatuur en elektrische installaties te kunnen werken, maar ook om risico’s voor de andere mensen op de filmset zoveel mogelijk te voorkomen. De cinematographer/belichter  heeft op dit gebied dus een specifieke verantwoordelijkheid en dient daarom een persoonlijk veiligheidscertificaat te halen.

Het zwaartepunt van dit certificaat is gericht op preventie van de risico’s op basis van criteria, methoden en procedures zoals beschreven in de veiligheidsnorm NEN 3140 Preventie van veiligheidsrisico’s, met aandacht voor het aanleggen van tijdelijke electrische installaties op een filmset op locatie of in een (film)studio.

Het certificaat bewijst dat de certificaathouder heeft aangetoond in staat te zijn om in zijn toepassingsgebied elektrotechnische risico’s te kennen, te herkennen en deze te voorkomen door toepassing van de juiste voorzorgsmaatregelen.

doelen (eindtermen)
Wat de student praktisch en theoretisch moeten kennen en kunnen is uitgebreid beschreven en daarom voor de leesbaarheid apart gehouden (klik op doelen (eindtermen)).

het examen VOP-LS Het examen bestaat uit een theorie- en praktijktoets welke afzonderlijk beoordeeld worden. Een toets wordt als voldoende beoordeeld indien:

  • bij de theorietoets minimaal 70 % van het maximum aantal punten van de meerkeuzevragen is behaald;
  • bij de praktijktoets niet meer dan 30 strafpunten zijn toegekend.

Ten behoeve van het certificaat dient men voor de theorietoets en de praktijktoets een voldoende behaald te hebben.

Het resultaat van de theorietoets en de praktijktoets blijft tot één (1) jaar na datum geldig ten behoeve van een herexamen, indien daarvoor een voldoende is behaald.

Herexamens betreffen alleen die toetsen waarvoor geen voldoende is behaald.

Vervolg in het 2e jaar
De studenten doen tijdens de 2e jaarsoefeningen ervaring op in het omgaan met de veiligheid m.b.t. electrische installaties op een filmset. Bij de beoordeling aan het eind van de workshop Nachtlicht op locatie Westergas wordt de student óók beoordeeld op het omgaan met de veilggheid door de docent Licht van de NFA.

 

Delen