film-, televisie- en mediageschiedenis I - 3 EC
historisch overzicht van de ontwikkeling van de (narratieve) film, televisie en andere media
algemene typering en inhoud
Dit vak is vooral bedoeld als een oriëntatie op de esthetische ontwikkeling van de film, waarbij vooral de narratieve film aan bod komt. Vanaf de prehistorie van de film wordt een tocht gemaakt door de internationale cinema, wordt de zwijgende film behandeld, de overgang naar de geluidsfilm, en het ontstaan van de verschillende filmindustrieën en belanden we ten slotte in de moderne tijd, waarin de auteursfilm een naam krijgt. En passant wordt de geboorte van de televisie behandeld, waarbij de nadruk vooral zal liggen op het vaderlandse kleine scherm. De mediageschiedenis brengt ons tot in het digitale tijdperk, waarin wij momenteel verkeren.
literatuur
David A. Cook, A History of Narrative Film (vierde druk). New York, Londen: W.W. Norton & Company 1991.
Dit boek wordt aan het begin van de lessenreeks uitgereikt. De kosten zijn reeds betaald middels de Bijdrage Leermiddelen.
leerdoelen
De student kan
- de hoofdlijnen van de geschiedenis van de narratieve film inhoudelijk en technisch in eigen woorden uitleggen en in een maatschappelijk kader plaatsen
- de belangrijkste klassieke films of filmfragmenten in eigen woorden historisch duiden
competenties
1, 2, 6, 8, 9, 10, 11
onderwijsvorm
hoorcolleges, waarin ook fragmenten van films en documentaires besproken worden. zelfstudie, waarbij je literatuur bestudeert
contacttijd
84 uur
docent
Ernie Tee
toets
schriftelijke tentamen (multiple-choice)
beoordeling
- 80% aanwezigheid en actieve participatie (voorwaarde)
- voldoende voor tentamen (minimaal 5,5)
studiebelasting
3 EC (84 uur)