introductie technische en inhoudelijk vaardigheden en onderzoeken geschiktheid voor het beroep
algemene typering en inhoud
Anders dan in het grootste deel van het propedeuseprogramma volgt de student in het specialisatieprogramma specifiek onderwijs gericht op de eigen afstudeerrichting. Voor het grootste deel gebeurt dat met de medestudenten van de eigen afstudeerrichting. Het programma wordt verzorgd door de eigen afstudeerrichting en vindt gedurende het jaar in een vijftal ‘blokken’ plaats. Studenten leren op deze manier elkaar en de docenten alvast beter kennen. Inhoudelijk ligt de nadruk op het onderzoeken en verwerven van basale technische en inhoudelijke vaardigheden en de mogelijkheden en geschiktheid van de student voor het beroep.
doel en functie van het specialisatieprogramma
voor de student:
voor de opleiding:
competenties
Het accent ligt primair op de volgende competenties:
1. creëren
2. visie
3. samenwerken en communiceren
4. ambachtelijk vermogen
5. planmatig en resultaatgericht werken
6. flexibiliteit
8. omgevingsgerichtheid
9. lerend vermogen
10. reflectief vermogen
11. innovatief vermogen
onderwijsvorm
'hands-on' werkcolleges en zelfwerkzaamheid a.h.v. opdrachten
programma
Het specialisatieprogramma omvat vijf lesblokken. Specialisatie 1 vormt een introductie op de vakrichting regie. In Specialisatie 2 krijgt de student te maken met zowel communicatieve en sociale vaardigheden, met basislessen dramaturgie. Specialisatie 3 en 4 geven een introductie op het fictievak door dieper in te gaan op spelregie. Tijdens specialisatie 5 ligt de nadruk op de student zelf als maker en werkt de student samen met een crew.
toets
Integrale beoordeling van de competenties 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10 en 11 van de student op basis van zijn functioneren gedurende het specialisatieprogramma
beoordelaars
Annemiek van der Zanden en Jet Smit.
beoordeling
De studiepunten worden na specialisatie 5 toegekend indien:
studiebelasting
14 EC (392 uur)