onderzoek de verschillen tussen drie verschillende verschijningsvormen van hetzelfde verhaal

algemene typering en inhoud
Studenten analyseren twee verfilmingen van hetzelfde boek en maken daarvan een schriftelijk verslag. Ze lezen het betreffende boek, maken een korte samenvatting van de plot en benoemen wat de auteur daarmee heeft willen vertellen. Vervolgens geven de studenten van beide verfilmingen aan hoe deze zich verhouden tot de originele tekst van het boek en tot elkaar. Daarbij gaat het zowel om plotelementen als om de karaktertekening van de personages en de cinematografische vormgeving. Studenten geven ook per (hoofd)rol aan welke film ze beter gecast vinden en waarom.

leerdoel(en)
De student leert hoe eenzelfde tekst door verschillende filmmakers op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd en verbeeld. Ook leert hij of zij de bedoeling van drie verschillende auteurs (de schrijver van het boek, de twee filmmakers) met hetzelfde gegeven te benoemen en te beschrijven in een coherent opgebouwd schriftelijk betoog. Omdat deze opdracht veel zelfstudie vereist, wordt ten slotte ook een beroep gedaan op het vermogen tot planmatig en doelgericht werken.

competenties
2, 3, 5, 8, 9

onderwijsvorm
Zelfstudie-opdracht, schriftelijk verslag

contacttijd
5 uur

docent
René van Uffelen

toets
de docent beoordeelt het schriftelijke verslag op de kwaliteit van het betoog, de helderheid en coherentie van het taalgebruik en de mate waarin de student blijk heeft gegeven planmatig en doelgericht te kunnen werken (te laat inleveren leidt tot een lager cijfer)

studiebelasting
4 EC (112 uur)

Delen