verdiepen en experimenteren

Het derde studiejaar bestaat uit vier pijlers: workshops ter verdieping van de theorie, de derdejaars producties, de stageperiode en de voorbereiding op de eindexamenfilms. 

De student draagt de (mede)eindverantwoording voor een aantal 3e-jaars oefeningen. Het werken in teams en het op zich nemen en uitvoeren van de organisatie van een derdejaars productie, creëert de situatie van de bedrijfsvoering van een productiebureau. De teams voerten deze praktijksituatie uit binnen de vooraf gestelde artistieke en financiële kaders.

Voor de ontwikkeling en realisatie van zowel de derdejaars producties als de eindexamenfilms is ‘storytelling’ het motief. De primaire taak van een productiestudent is dat je meedenkt met de scenarist en de regisseur over inhoud en vormgeving.

Het uitgangspunt hierbij is dat je inspireert en motiveert. Bij het denken over en het uitvoeren van de taken houd je te allen tijde in de gaten dat de realisatie van het project binnen de mogelijkheden geschiedt die de academie als producent ter beschikking kan stellen.

De taak van de eerste partners van een productiestudent, de studenten scenario en regie richt zich op de vraag: hoe vertel ik het verhaal en in welke vorm kan ik het boeiend maken? Interpretatie, vorm en stijl komen van hen; het realiseren doe je samen met de studenten van andere studierichtingen. De inspanningen zijn er op gericht om samen met een regisseur de crew tot hoogstandjes te inspireren en om tot een – liefst in bijzondere mate - boeiend eindresultaat te komen.

Indien je de productie doet van een documentaire kan de relatie tussen productie en regie soms iets anders liggen dan bij fictie. Ook documentaristen houden zich bezig met ‘story telling’, met dien verstande dat het bij een documentaire vaker gaat om de interpretatie van een thema dan om de ontwikkeling van een plot. Het kan voorkomen dat een documentarist ‘pur sang’ soms een wat grotere invloed heeft op het productionele verloop dan een fictieregisseur. Bij het maken van een documentaire wil een regisseur immers op basis van heel persoonlijke oordelen ook ad-hoc kunnen reageren op situaties. Daarom kan het van belang zijn om organisatorische zaken naar je hand te zetten.

De lessen in het derde jaar zijn voornamelijk gepland in de eerste weken van het academiejaar. Het derde jaar begint met de commercial, waarna de aftrap van de derdejaars film volgt, hier beginnen de RPS-trio’s met de ontwikkeling van hun tien minuten durende film.

Tot half november zijn de scenariostudenten vervolgens bezig met de diverse versies van het scenario. Daarna volgt preproductie en de verschillende draaiperiodes.

Er volgen RP(S)-besprekingen en lessen dramaturgie en analyse.   

In het voorjaar van 2019 gaat de ontwikkeling van de eindexamenprojecten van start. Zowel in workshop- als in triangleverband. Je kunt je voorkeur aangeven met welke regisseur en scenarist je graag zou willen werken; de vakklas productie neemt hierover echter de uiteindelijke beslissing. Het idee voor een eindexamenfilm kan afkomstig zijn van een scenario- of regiestudent, maar ook van een productiestudent. Het (fictie)scenario hiervoor wordt in principe door een scenariostudent geschreven.

In overleg met studieleider Anita Smit wordt de stageperiode bepaald. Na afloop van de derdejaars productieperiode, of na overleg met de desbetreffende studieleider/docent, kan de stage beginnen. De stage wordt begeleid door Anita Smit, Iris Hogendijk en Marion Slewe. In principe ben je zelf verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte stageplaats. Uiteraard kunnen de stagebegeleiders hierbij adviseren, helpen of bemiddelen.

Delen