Wat wil je vertellen? Waarom? En hoe? Net als in blok 5 zijn deze vragen je vertrekpunt, maar dit keer bij het realiseren van een korte fictiefilm. Bij het maken van een fictiefilm komen doorgaans meer mensen kijken dan bij een documentaire; zoals acteurs, production designers en visual effect artists. Al die mensen moeten met de neuzen één kant op om hetzelfde verhaal te creëren. 

Gedurende het hele blok 6 werk je aan een korte fictiefilm. Je wordt ingedeeld in één van de 10 groepen, die elk een crew en cast vormen. Met deze groep werk je gedurende het hele blok aan een film van maximaal 5 minuten, aan de hand van een vooraf bepaalde synopsis. Net als in blok 5 komen alle fases van het productieproces aan bod; van idee naar onderzoek naar draaien tot post-productie en viewing.  De focus ligt in al deze fases op artistiek onderzoek en het werkproces. 

Ter inspiratie wordt een reeks ondersteunende colleges aangeboden, waarbij alle betrokken disciplines aan bod komen (zie programma).

Kunnen samenwerken en communiceren is  hier essentieel. Om zowel van je eigen proces als dat van je medestudenten te leren krijgt peerfeedback een belangrijke rol in dit blok.

Met dit 6e blok rond je tevens het gemeenschappelijke deel van de propedeuse af. Aan het eind van dit blok wordt daarom ook de filmgeschiedenis van blok 4 t/m 6 getoetst. Bovendien maak je weer een leerverslag over blok 4 t/m 6 aan de hand van de competenties van de propedeuse.

leerdoelen

Na afloop van dit blok kan je: 

  • vanuit verschillende film-disciplines artistiek onderzoek doen naar mogelijkheden tot het inzetten van de filmtaal ten behoeve van het te vertellen verhaal. En vanuit je eigen bijdrage een onderzoeksdossier van bijhouden.
  • in samenwerking met de verschillende vakdisciplines een stijldossier opbouwen en daar vanuit je eigen vakdiscipline een constructieve bijdrage aanleveren.
  • in samenwerking met alle vakdisciplines, aan de hand van een vooraf bepaald synopsis het pre-productie-, draai- en post-productieproces van een korte fictiefilm doorlopen.
  • praktische tools uit de voorafgaande blokken op passende wijze inhoudelijk inzetten om het verhaal te vertellen.
  • Kan je de onderstaande zaken benoemen:
    • de taken van de fictie-regisseur
    • de taken van de opnameleider
    • de taak van de verschillende disciplines in relatie tot acteurs.
    • wat setdiscipline is
    • hoe een standaard post-productieproces verloopt
  • constructief communiceren tijdens het gehele samenwerkingsproces.
  • constructief peer feedback geven aan medestudenten Inzichtelijk formuleren hoe je leerproces is verlopen en wat eventuele verbeteringspunten zijn.

studiebelasting
7,5 EC (210 uur)

blokdocenten
Eva M. C. Zanen (regie fictie, scenario), Monique van Welzen (productie én samenwerking en communicatie), Joery Verweij (production design)

(gast)docenten
Marc Matze (cinematography), Jilles Molenaar (sound design), Ellen Verhoef (scenario), Mart Dominicus (regie) René van Uffelen (filmgeschiedenis), Menno Otten (filmgeschiedenis), Stef Holtz (visual effects), Kaveh Vares (Muziek), Gastdocent (aziatische cinema).

onderwijsondersteuning
Anita Scholderman (kostuum en rekwisieten), Eric Blakenburg (werkplaats begeleiding), Bruno Scuderoni (studiobeheer).

onderwijsvorm

  • De blokopdracht staat centraal.  Je werkt aan deze opdracht in een groep. De indeling wordt door het docententeam gemaakt. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de eigen vakdiscipline, maar het staat je vrij om buiten de eigen vakdiscipline te werken. (Uitzondering hierop is dat een regisseur uitsluitend de regie op zich mag nemen en nietbijvoorbeeld ook mag spelen of draaien.)
  • Gedurende het blok zijn er verschillende hoor- en werkcolleges ter inspiratie ( aanpassen naar def versie. van synopsis naar dialoogversie, regievisie, vormgeven van een wereld & decoupage, spelregie, setdiscipline, filmmuziek). 
  • Ook de doorlopende leerlijnen filmgeschiedenis, samenwerking en communicatie en dramaturgie zijn in deze collegeserie vertegenwoordigd.
  • Er zijn feedbackgesprekken met een team van docenten uit wisselende disciplines
  • Om niet alleen van je eigen proces maar ook van dat van je medestudenten te leren, krijgt iedere groep een peergroup. Deze peergroup volgt het proces van één andere groep. Aan de hand van hun observaties maakt deze groep een presentatie en formuleert vragen die leidend zullen zijn tijdens de evaluatie.

contacttijd
+/- 70 Uur 

beoordeling

Wát wordt er beoordeeld?
Na afloop van het blok gaan we na of je de belangrijkste leerdoelen van dit blok in voldoende mate hebt behaald. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de volgende 4 elementen:

  • Het proces (van concept t/m eindresultaat en evaluatie) van de groepsopdracht (het realiseren van een korte fictiefilm)
  • Het persoonlijke onderzoeksdossier in de digitale leeromgeving (portfolio?)
  • Het persoonlijke leerverslag
  • De presentatie over het proces van de peergroup

Hoe wordt er beoordeeld?
Aan de hand van een integrale rubric worden de studenten individueel beoordeeld op bovengenoemde punten.
Het groepsproces wordt besproken tijdens de evaluatie, door docenten en medestudenten.

Door wie wordt er beoordeeld?
Door de begeleidende docenten en medestudenten uit de peergoup. Naar aanleiding van deze beoordelingen komen de drie blokdocenten gezamenlijk tot een integraal eindoordeel.

Herkansing
Aan het einde van de laatste week is het mogelijk om een reparatie-opdracht te maken als je individuele verslag  en/of het portfolio niet in orde is. De precieze reparatie-opdracht zal op basis van de eindbeoordeling door de blokdocenten worden geformuleerd en zal uiterlijk half augustus ingeleverd moeten zijn.

Delen