De afgestudeerde regisseur bezit het vermogen om het brede scala aan disciplinegebonden instrumentele en ambachtelijke kennis en vaardigheden efficiënt en effectief toe te passen in de vervaardiging van audiovisuele producties.

Algemene gedragsindicatoren

  • maakt aantoonbaar gebruik van zijn kennis van de kenmerken van en vereisten voor de verschillende soorten audiovisuele producties zoals documentaireserie, creatieve documentaire  voor bioscoop en/of televisie en  transmediale producties
  • maakt aantoonbaar gebruik van zijn kennis van de mogelijkheden van de filmische vormgeving om een verhaal te kunnen verbeelden; kan (mogelijke) werkingen van audiovisuele producties benoemen door rekening te houden met het primaire medium (theater, televisie, computer, mobieltje) en hieraan bijdragen via de bewuste inzet van audiovisuele middelen
  • analyseert audiovisuele producten en processen en maakt daarbij gebruik van zijn kennis van de film, televisie- en kunstgeschiedenis.

Specifieke gedragsindicatoren

  • schrijft een filmplan met dramatische zeggingskracht
  • maakt aantoonbaar gebruik van zijn kennis van de maatschappij en cultuur
  • zet researchvaardigheden in voor het ontwikkelen van een film(plan)
  • overlegt met producent (en schrijver ) over interpretatie van het scenario
  • werkt samen met de cameraman aan het beeldconcept van de productie
  • werkt samen met de sounddesigner aan het geluidsconcept van de productie
  • herkent de dramatische mogelijkheden van recente technologische ontwikkelingen (op het gebied van computervormgeving en interactieve regie)
  • beheerst de regels van de regie bij het werken met de crew
  • beheerst de regels van spelregie bij het werken te portretteren personages
  • beheerst gespreksvaardigheid- en interviewtechnieken, specifiek gericht op het vergaren van researchinformatie of het uitvoeren van interviews voor de camera
  • beoordeelt of een opname goed is en in overeenstemming is met het regieconcept
  • hanteert een uitstekende mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid
  • presenteert in alle fasen van het schrijfproces in het documentaire genre het verhaal in de geëigende vorm: synopsis, treatment en filmplan met de daaraan gestelde eisen voor wat betreft lay-out en inhoud
  • gebruikt in zijn werk zijn kennis van auteursrecht, aangaande gebruik ten behoeve van hervertelling, originele reproductie en plagiaat en kent de (on)mogelijkheden van gebruik van het geschrevene door anderen
  • gebruikt in zijn werk zijn kennis van de vereisten en werkwijze van co-produktiepartners, opdrachtgevers en fondsen
Delen