De stagiair, het stagebiedende bedrijf (of organisatie) en de opleiding zijn samen verantwoordelijk voor een goed verloop van de stage. De opleiding ziet erop toe dat de geformuleerde leerdoelen worden gerealiseerd. Van de stagebiedende instantie wordt verwacht dat deze de voorwaarden schept voor een goede uitvoering van de stagewerkzaamheden. De stagebegeleider is daarbij het directe aanspreekpunt. Hij begeleidt de student in relatie tot zijn leerdoelen en de competenties die hij wil ontwikkelen (stageplan). Maar het succes van de stage is uiteraard voor het grootste deel van de inzet van de student zelf afhankelijk!

De gezamenlijke verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in de ‘dubbele’ begeleiding van de stagiair, die vooral gewenst is omdat het grootste deel van het werk van de student zich aan de directe waarneming van de opleiding onttrekt. In de begeleiding van een stage is het zeer gewenst dat er ten minste twee gezamenlijke  contactmomenten zijn: 

  • in het begin, om de beoogde leerdoelen en werkzaamheden te bespreken;
  • aan het slot, om de stage te evalueren en te komen tot een beoordeling. 

Gebleken is dat stagebiedende organisaties contact met de opleiding erg op prijs stellen. Maar omdat de beschikbare begeleidingstijd beperkt is, kan het contact bij het begin van een stage soms beperkt blijven tot een telefoontje of een e-mail. Aan het eind, wanneer de stage beoordeeld wordt en ook van de organisatie inbreng verwacht wordt, is een gezamenlijk gesprek - als afstand en reistijd dat toelaten - een goede afsluiting van de stage en biedt tevens de mogelijkheid afspraken te maken over een eventuele volgende stagiaire. 

Delen