In film gaat het om beeld én geluid. Een Sound Designer geeft vorm aan alles wat in de film te horen is.

Van oudsher is Sound Design een combinatie van drie specialismen: geluidsopname, geluidsmontage én mixage, waarbij zowel voor het documentaire -, fictie - als animatiegenre kan worden/wordt gewerkt, waarbij de geluidsinhoud varieert van Foley en nasynchronisatie tot geluidseffecten, atmosferen en soms ook muziek.

De drie specialismen staan nooit op zichzelf, het is de samenhang tussen de specialistische onderdelen die ook voor de losse onderdelen inhoud genereert. Het Sound Design, zoals waarneembaar voor het publiek, kan binnen elk van de drie specialismen ontstaan of worden gemaakt, het is de specifieke scène/film inhoud (onafhankelijk van het genre) die bepaalt hoe en in welke mate de drie Sound Design onderdelen samenwerken voor het beste resultaat in combinatie en synthese met het (gemonteerde) beeld.

Vanwege de opmerkelijke en fundamentele verschillen tussen beeld en geluid (beeld wordt geprojecteerd via stilstaande beelden, geluid beweegt altijd; beeld wordt geprojecteerd op een projectievlak, geluid is driedimensionaal) is de manier van opnemen, manipuleren, representeren en presenteren van geluid heel anders dan bij beeld hetgeen een geheel eigen expertise vraagt.

Een belangrijk (historisch) gegeven voor de Sound Designer is dat alle andere vakspecialisten in het werkproces meestentijds bezig zijn met de vertelling van het verhaal ‘in beeld’, terwijl de Sound Designer zich (vaak als enkeling) richt op de vertelling van het verhaal ‘in geluid’. Vanwege het fundamentele verschil in beeld en geluid is voor een optimale aanpak, samenwerking en synthese van beeld én geluid veel aandacht nodig van álle samenwerkende filmmakers. Dit betekent dat een inhoudsvol Sound Design pas mogelijk wordt wanneer scenario/plan van aanpak, regie en productie hiervoor voldoende intrinsieke mogelijkheden scheppen en de andere vakspecialisten deze mogelijkheden onderkennen, ondersteunen en uitbuiten.

In het algemeen is het gedurende het productieproces belangrijk dat het geluid ‘onzichtbaar’ z’n werk doet en het beeld ‘onhoorbaar’. Het laatste is in de praktijk (extreem veel) moeilijker te bereiken dan het eerste omdat de geluidswereld buiten ‘het beeld’ net zo aanwezig zal zijn/is als de geluidswereld in beeld: geluid beperkt zich niet tot wat er in het kader te zien is. Controle over de uiteindelijk in de film hoorbare geluidswereld is alleen bereikbaar als alle filmmakers daar gezamenlijk de inspanning voor leveren.

In het ‘topsegment’ van de beroepspraktijk (bioscoopfilm) is een zekere mate van specialisatie gebruikelijk, vooral set en post zijn vaak een apart werkgebied. De productiemiddelen voor geluidsopname, geluidsmontage en mixage zijn zeer verschillend en binnen het ‘topsegment’ buitengewoon omvangrijk en kostbaar (nog steeds). De kennis en kunde die nodig zijn voor het beheersen van de productiemiddelen voor het geluid zijn logischerwijs slechts bereikbaar na langdurige training en komen vaak pas tot hun recht met zeer veel werkervaring. Het is daarom minder gebruikelijk dat een Sound Designer in het topsegment excelleert in alle drie de specialismen, economische motieven spelen hierbij ook een rol.

De voortschrijdende techniek en digitalisering hebben er echter wel voor gezorgd dat bijna alle productiemiddelen sterk in prijs zijn gedaald, de mogelijkheden flink zijn toegenomen en de bereikbare geluidskwaliteit ongekend hoog is.

Direct ónder het topsegment zijn de mogelijkheden voor het combineren van specialistische taken binnen Sound Design zodoende behoorlijk toegenomen: de ene Sound Designer draait een kleine documentaire om op het volgende moment de synchrone geluidsmontage te verzorgen van de grote fictie film die daarvóór gedraaid is, een andere Sound Designer mixt een gecompliceerde documentaire met zelf in surround opgenomen atmosferen, voor de internationale premiére in Venetië.

Digitale camera’s, van het allerhoogste topsegment tot ver daaronder (deze camera’s zijn inmiddels in elke prijsklasse beschikbaar), vormen al langere tijd een kolossale uitdaging voor Sound Designers:

  • Het tegelijk draaien met meerdere camera’s neemt toe, waarbij de tweede camera op het laatste moment en met-groot-gemak wordt ingezet voor second-unit opnamen, zonder dat er een tweede geluidspersoon/geluidscrew beschikbaar is
  • De toegenomen ‘gevoeligheid’ van digitale camera’s in combinatie met (zeer) lichtgevoelige lenzen en een adequate keuze voor locatie(’s) zorgt ervoor dat ‘uitlichttijd’ tot een minimum kan worden beperkt zonder onoverkomelijk kwaliteitsverlies. Een veel hogere werksnelheid komt zo binnen bereik, mede omdat grootte en gewicht van de camera afnemen en stabilisering van de hand-held camera op verschillende manier mogelijk is: fictie films kunnen qua werksnelheid gaan lijken op documentaire, een gedegen voorbereiding wordt essentieel voor geluid: ‘pre-light’ zou ‘pre-sound’ kunnen worden
  • De beeldkwaliteit van digitale camera’s neemt toe evenals de mogelijkheden voor nabewerking van het digitale beeld. De inhoud van het beeld is zodoende tijdens het draaien niet definitief; in de postproductie wordt het ruime medium een close, een beeld-verstorende snelweg verdwijnt via visual effects: in beeld snel weg, in geluid een blijvende bron van inhoudsloze aanwezigheid

actuele ontwikkelingen

Delen