Verdiepende module decoupage door middel van theorie en praktijk

Voor wie 
Studenten Regie Fictie en Cinematografie

Algemene typering en inhoud

We gaan uit van de vraag: 

‘Hoe vertel ik een verhaal in beelden en hoe draagt het gebruik van kaders en mise-en-scène bij aan mijn vertelling?’

Uitgangspunt van decoupage is niet om de toeschouwer louter te informeren maar veel meer om deze te engageren, te boeien, en te emotioneren.  Een goede decoupage begint vooral met een inhoudelijke kennis die je als maker hebt over de scène die je gaat verfilmen. 

Dit betekent dat je begint met een scherpe scène analyse op basis van de dramaturgie. Het gaat er hierbij om dat je de scène eerst inhoudelijk begrijpt, voordat je deze in shots vormgeeft. 

Je vertrekt dan om te beginnen altijd vanuit de volgende vragen: 

-Waar gaat de scène over? 
-Vanuit wie wordt de scène verteld? 
-Wat staat er op het spel? 
-Wat is de ontwikkeling binnen de scène? 
-Wat zijn de handelingen en acties? 

De workshop bestaat uit een aantal theoretische maar voornamelijk praktische onderdelen waarbij de studenten het volgende gaan onderzoeken:

•    Mise-en-scène: 
Naast de dramaturgische functies zijn er nog twee andere componenten die in de ‘Mise-en-Scène’ workshop worden onderzocht:

1.    Kadrage: 
Wat is het verschil tussen kadrage en compositie? 
Wat is de magie van wat buiten het kader valt?

2.    Praktijkoefening Ruigoord:
A.    Een aantal mini-colleges over de verschillende aspecten van decoupage en het bekijken en analyseren van bestaande filmscènes. 
B.    Na deze mini-colleges volgt een locatiebezoek op Ruigoord en maken de studenten samen een voorstel voor een eigen decoupage van een gegeven scène op de gegeven locatie. Deze scène wordt vervolgens in samenwerking met van buitenaf betrokken acteurs verfilmd door de studenten Regie Fictie en Cinematografie, aan de hand van hun eigen decoupage.

Leerdoel
Na afloop heeft de student door de theorie en door zelf te onderzoeken, meer inzicht gekregen in en meer ervaring op gedaan met de inhoudelijke functie van decoupage, kadrage en mise-en-scène. 

Competenties
1. Creërend vermogen
2. Onderzoekend vermogen
3. Ambachtelijk vermogen
4. Samenwerkend vermogen
5. Vermogen tot groei en vernieuwing
6. Organiserend en ondernemend vermogen
7. Communicatief vermogen

Onderwijsvorm
Werkcollege en praktijkopdrachten

Contacttijd
84 uur

Docent
Mick van Rossum, Job ter Burg en Danyael Sugawara

Toets
Opdracht en evaluatie 

Beoordeling
•    80% aanwezig en voldoende actieve participatie (voorwaarde)
•    Voldoende voor de opdracht (O/V)
•    Verslag en presentatie van het eigen onderzoek. 

Studiebelasting
3 EC (84 uur)

Delen