onderzoeken van filmmakers als “auteurs” in brede zin, evenals verstevigen en verbreden van het referentiekader (filmlijst)

algemene typering en inhoud
In het eerste jaar hebben de studenten een globaal overzicht ontwikkeld met betrekking tot de geschiedenis van film als kunstvorm in relatie tot sociaal-maatschappelijke en artistieke ontwikkelingen in de achterliggende perioden. Hierop aansluitend hebben ze in het tweede jaar dit globale overzicht verbreed en verdiept door middel van het analyseren van films en het onderzoeken van de context van deze films met als vertrekpunt “filmgenre”. 

In het derde jaar verdiepen ze deze kennis door onderzoek te doen naar een zelf-gekozen auteur in de brede zin van het woord: filmmakers van uiteenlopende beroepsvelden, of kunstenaars die hun stempel in de filmwereld hebben achtergelaten. Gedurende het onderzoek leggen ze verbanden tussen de biografie van de auteur en diens oeuvre, ontrafelen ze de signatuur van de maker, met aandacht voor de historische, culturele, politieke en/of maatschappelijke contexten. Tevens reflecteren de studenten hoe de keuze voor de betreffende maker zich verhoudt tot hun eigen identiteit en makerschap.

De studenten passen hun kennis van de filmgeschiedenis en theorie toe in vorm van een onderzoeksopdracht, waar ze individueel aan werken. Daarbij kan elke student voor een belangrijk deel zijn/haar eigen interesse en fascinatie volgen, maar omdat ze de resultaten aan elkaar presenteren, maken ze ook kennis met auteurs en onderwerpen buiten hun primaire interessegebied. De uitkomsten van de individuele onderzoeken worden in vorm van een video-essay gepresenteerd aan het gehele jaar. Een selectie van de onderzoeken zal voor de hele academie inzichtelijk zijn via Kaltura.

leerdoelen
De student:
1.    kan verbanden leggen tussen de biografie van een auteur en diens oeuvre en die in bredere politieke, maatschappelijke en historische context plaatsen;
2.    kan de signatuur van een auteur herkennen;
3.    kan (zelfstandig en binnen een onderzoeksgroep) relevant onderzoek opzetten en doen door middel van filmanalyse en bronnenonderzoek (in de Mediatheek, openbare archieven en online);
4.    kan zijn onderzoek presenteren in een vorm die aansluit bij zijn/haar eigen expertise;
5.    de student is zich bewust van zijn eigen (gekleurde) blik op film en de context van films;
6.    kan met een kritische en analytische blik naar film en film literatuur kijken;
7.    heeft zijn eigen visie en handtekening verder ontwikkeld.

competenties
1. Creërend vermogen 
2. Onderzoekend vermogen
5. Vermogen tot groei en vernieuwing
7. Communicatief vermogen

onderwijsvorm
●    Hoor- en kijkcolleges, waarbij de basistheorie wordt uitgelegd en voorbeelden van films en filmfragmenten besproken worden;
●    Opdrachten, individueel
●    Zelfstudie, deels onder begeleiding (onderzoek en films kijken).

contacttijd
72 uur

docenten
Menno Otten, Kathleen Lotze en gastdocenten

toets
Presentatie onderzoek

beoordeling
- 80% aanwezigheid (voorwaarde)
- een voldoende resultaat voor de opdracht [O/V].

studiebelasting
4 EC (112 uur)

Delen