toepassing van beeldende kunst met het accent op de 19e en 20e eeuw

algemene typering en inhoud
De student krijgt lessen kunstgeschiedenis en volgt in de avonduren een 10-tal lezingen/colleges waarin verbanden worden gelegd tussen beeldende kunst en film en ook de culturele context. Hiermee wordt een basis van kennis gecreëerd voor de student om zijn ontwerpproces en creatieve, inhoudelijke ontwikkeling kracht bij te zetten. De student kan uit deze kennis putten om tot een ontwerp te komen die in de juiste context past of die er juist, onderbouwd, van afwijkt. 

leerdoelen
Na afloop van dit onderdeel:

  • kan de student de invloed van verschillende kunststromingen door de tijd op het dagelijks leven herkennen analyseren en benoemen en kan deze kennis, waar nodig, toepassen in zijn werk.

literatuur
- E.H. Gombricht, Eeuwige schoonheid (Nederlandse editie van The story of art)
- Owen Hopkins, Bouwstijlen in beeld: een visuele geschiedenis van de architectuur;
- Jeremy Melvin, Architectuur begrijpen: Inzicht krijgen in de belangsrijkste stromingen in de architectuur.

Aan het begin van het academie jaar wordt de betreffende literatuur aangeschaft door de Nederlandse Filmacademie t.b.v. de studenten. Aanbevolen wordt een museumjaarkaart aan te schaffen.

competenties
1, 2, 3 en 5

onderwijsvorm

contacttijd
36 uur

docent
Jan Derk van den Berg

toets

  1. Spreekbeurt (beschouwing) over een kunstwerk in één van de museumbezoeken (cijferbeoordeling)
  2. Essay (kunstbeschouwing) over een specifieke periode in de kunst, een kunststroming, bepaald werk, etc. dat in verband gebracht kan worden met film en de maatschappelijke context (cijferbeoordeling)

beoordeling
De student krijgt de EC’s toegekend wanneer er sprake is van:

  • voldoende presentie (minimaal 6 van de 10 colleges) en actieve participatie (V/O beoordeling);
  • voldoende beoordeling  voor de spreekbeurt (cijferbeoordeling);
  • voldoendee beoordeling voor het essay [cijferbeoordeling].

studiebelasting
3 EC (84 uur)

Delen