oefenen van deelvaardigheden van het scenarioschrijven

algemene typering en inhoud
Hoe noteer je een scène? Hoe componeer je een scène? Hoe geef je een scène ritme, beweging, spanning, vaart? Hoe schrijf je subtekst? Hoe schrijf je gelijktijdige handelingen en/of dialoog? Hoeveel locatiebeschrijving moet er in een scène zitten en hoe specifiek moet die beschrijving zijn? Hoe schrijf je een tijdspassering? Vanuit losse opdrachten en door de studenten zelf aangedragen vragen en probleemstellingen wordt de ambachtelijke kant van het scenarioschrijven geoefend en besproken.

leerdoel
inzicht krijgen in specifieke deelvaardigheden van het scenarioschrijven en deze toepassen in het schrijven van scènes. In het tweede jaar is dit de techniek van het schrijven van dialoog.

competenties
1, 3
onderwijsvorm
werkcolleges en zelfstandig werken in de les

docent
Don Duyns

toets
opdrachten / werk

beoordeling

  • minimaal 80% aanwezig en actieve participatie (voorwaarde)
  • een voldoende voor de gemaakte opdrachten

studiebelasting
1 EC (28 uur) 

Delen