tweede jaar: ambacht en samenwerken

Algemene typering
Het programma voor de tweedejaars regiestudenten bouwt uiteraard voort op de opgedane kennis en ervaring in de algemene lessen en specialisatieoefeningen van de propedeuse. Je leert je capaciteiten als ‘verhalenverteller’ verder te ontdekken en te ontplooien. Tevens leer je alle aspecten van het regievak nader kennen: inhoudelijke, artistieke en technische aspecten, maar ook communicatieve vaardigheden en samenwerking krijgen aandacht.

De regie fictiestudenten beginnen het jaar met lessen spelregie en découpage. Daarnaast zijn er een aantal algemene, gezamenlijke lessen, waarin in een viertal lesweken wordt toegewerkt naar de eerste gezamenlijke praktijkoefening (i.s.m. alle andere vakklassen): de Korte Fictie Oefening I (KFO I). Alle studenten regie fictie realiseren een oefening op basis van een kort, aangeleverd scenario.

Na KFO 1 volgt de volgende oefening: de Korte Fictie Oefening 2 (KFO 2), waar gewerkt gaat worden in een visual effects omgeving.

Na de kerstvakantie is er voor de regie fictiestudenten een workshop samen met acteurs (ook tweedejaars) van de Toneelschool ArtEZ in Arnhem.

Het lesprogramma in de eerste 3 maanden van 2014 is deels algemeen (o.a. theorie), deels specifiek (o.a. lessen spelregie, découpage en vormgeving) en toegespitst op het ontwikkelen van een fictiescenario dat verfilmd wordt in de periode april/mei.

Het scenario voor deze tweedejaars fictie oefening wordt geschreven door de scenariostudent, die daarbij zoveel mogelijk samenwerkt met de regie- en productiestudent. Voor de voorjaarsvakantie dienen de scenario’s productiegereed te zijn. De studieleiders beoordelen ieder project behalve op inhoudelijke en artistieke kwaliteiten, ook op de productionele en technische haalbaarheid. Vanaf april t/m mei worden de tweedejaars films gedraaid en afgewerkt.

Na de tweedejaars film volgt nog een aantal lesweken, met daarin onder meer een workshop ideeontwikkeling ter voorbereiding op de derdejaars film. In de laatste weken worden de individuele voortgangsgesprekken gevoerd.

NB. In het rooster zijn een aantal onderwijsvrije dagen opgenomen. In deze dagen werk je aan opdrachten, film/literatuurlijst en vrije studiepunten.

 

 

Delen