korte fictieoefening 1/2 en korte documentaire oefening 1/2 (KFO/KDO 1 en 2) 10 EC
verzorg de geluidsopname, geluidsmontage en mixage bij deze oefeningen
algemene typering en inhoud
In een vrij korte periode worden in twee ronden in totaal 24 producties gerealiseerd. In elke ronde telkens 6 fictie- en 6 documentaire producties. De geluidsstudenten worden zodanig ingedeeld dat iedereen ongeveer hetzelfde aantal producties ‘draait’ en nabewerkt, met een zo gelijk mogelijke verdeling tussen documentaire en fictie.
Voor de geluidsstudenten is dit de eerste keer dat ze binnen de Filmacademie het totale geluidstraject voor een gemeenschappelijke fictieoefening verzorgen.
Zie verder de algemene beschrijvingen van de oefeningen:
- korte documentaire oefening 1 (KDO 1)
realiseer een documentaire vertelling over een locatie puur in beeld en geluid (zonder interview/gesprek) - korte fictie oefening 1 (KFO 1)
realiseer een fictiescene in een fysiek decor in de studio - korte documentaire oefening 2 (KDO 2)
interpreteer een lokaal nieuwsbericht op basis van eigen research tot een documentaire vertelling - korte fictie oefening 2 (KFO 2)
realiseer een fictiescene in een virtuele omgeving en opgenomen in de greenscreen studio (KFO 2)
specifieke leerdoelen Sound design
Na afloop van deze oefening:
- heeft de student praktijkervaring opgedaan in synchrone en niet-synchrone geluidsopname en geluidsmontage en –mixage en een grotere bedieningsvaardigheid van de gebruikte (geluids)apparatuur verworven.
- kan de student een bruikbaar geluidsconcept maken vanuit een gegeven fictiescript/scène of docu filmplan, waarbij geluidsmechanismen worden geïncorporeerd binnen het concept.
- kan de student de inhoud van het geluidsconcept communiceren via het maken en presenteren van geluidsvoorbeelden tijdens het crewoverleg.
- kan de student de inhoud vanuit het geluidsconcept vertalen in praktische voorwaarden voor het opnemen van het geluid tijdens de draaiperiode en deze voorwaarden communiceren aan de crew.
- kan de student een passende microfoontechniek kiezen op basis van de representatieve eigenschappen van geluidsopname.
- kan de student de door de montagestudent afgeleverde montage ‘organiseren’ in een Pro Tools-sessie die geschikt is voor het werken in L/C/R en waarbij het synchrone geluid zodanig is gemonteerd dat het gebruiksklaar is voor de ‘mixage’.
- kan de student de inhoud van de film representeren in een toepasselijk sound design, gebaseerd op het met de regisseur overeengekomen geluidsconcept
- kan de student een inhoudelijke mixage van de geluidsmontage maken gericht op een L/C/R uitbrengformaat, dat voldoet aan de daarvoor geldende normen.
- kan de student de L/C/R mix vertalen in een stereo mix (Lo-Ro) die voldoet aan de daarvoor geldende normen.
- kan de student op basis van kritisch kijken, luisteren en analyseren een onderbouwd professioneel oordeel formuleren over de gerealiseerde films
competenties
1, 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 11
onderwijsvorm
Praktijksimulatie waarin studenten vooral zelfstandig (samen)werken met een beperkt aantal coachingsmomenten.
Verder houden studenten gedurende de gehele praktijkperiode een (leer)logboek bij als bron en basis voor hun (eind)reflectieverslag.
coaching / begeleiding
Michel Schöpping, Ben Zijlstra e.a.
toetsvorm
een individueel reflectieverslag (in het licht van de leerdoelen)
beoordeling
- 80% aanwezigheid en actieve participatie tijdens de oefeningen zelf maar ook tijdens de begeleidings- en evaluatiemomenten
- een voldoende voor het reflectieverslag
studiebelasting
10 EC (280 uur)