tweede jaar: ambacht en samenwerken

Algemene typering
Het programma voor de tweedejaars regiestudenten bouwt uiteraard voort op de opgedane kennis en ervaring in de algemene lessen en specialisatieoefeningen van de propedeuse. Je leert je capaciteiten als ‘verhalenverteller’ verder te ontdekken en te ontplooien. Tevens leer je alle aspecten van het regievak nader kennen: inhoudelijke, artistieke en technische aspecten, maar ook communicatieve vaardigheden en samenwerking krijgen aandacht.

De regie fictiestudenten beginnen het jaar met lessen spelregie en découpage. Daarnaast zijn er een aantal algemene, gezamenlijke lessen, waarin in een viertal lesweken wordt toegewerkt naar de eerste gezamenlijke praktijkoefening (i.s.m. alle andere vakklassen): de studio fictie oefening (SFO). Alle studenten regie fictie realiseren een oefening op basis van een kort, aangeleverd scenario.

Na SFO volgt de volgende oefening Previs, waar gewerkt gaat worden aan het previsualiseren van een concept of idee.

Na de kerstvakantie is er voor de regie fictiestudenten een workshop samen met acteurs (ook tweedejaars) van de Toneelschool ArtEZ in Arnhem. Direct daarna is de GSO (Green Screen Oefening) met voor de regie studenten de focus op het regisseren van acteurs.

Het verdere lesprogramma is deels algemeen (o.a. theorie), deels specifiek (o.a. lessen spelregie, découpage en vormgeving) en toegespitst op het ontwikkelen van een fictiescenario dat verfilmd wordt in de periode april/mei, de locatie oefening fictie (LFO)

Het scenario voor deze LFO wordt geschreven door de scenariostudent, die daarbij zoveel mogelijk samenwerkt met de regie- en productiestudent. Voor de voorjaarsvakantie dienen de scenario’s productiegereed te zijn. De studieleiders beoordelen ieder project behalve op inhoudelijke en artistieke kwaliteiten, ook op de productionele en technische haalbaarheid.

Na de LFO volgt nog een aantal lesweken, met daarin onder meer een workshop ideeontwikkeling ter voorbereiding op de derdejaars film. In de laatste weken worden de individuele voortgangsgesprekken gevoerd.

NB. In het rooster zijn een aantal onderwijsvrije dagen opgenomen. In deze dagen werk je aan opdrachten, film/literatuurlijst en vrije studiepunten.

 

 

Delen