algemene typering en inhoud
Studenten leren aan de hand van een uit de beroepspraktijk gerealiseerde korte film met de invalshoeken van de producent om te gaan.

leerdoelen
Na afloop heeft de student kennis opgedaan en vaardigheden geleerd die nodig zijn voor hun toekomstige beroepsuitoefening en kan de student:
•    een betekenisvolle en productieve dialoog aangaan met creatieven (scenarist en regisseur) door gebruik te maken van een taal waarin het verhaal centraal staat om uiteindelijk het beste uit een scenario te halen en het beste uit de makers;
•    een scenario op praktische wijze interpreteren en daaruit relevante informatie verzamelen t.b.v. de uitvoering van de productie;
•    knelpunten in kaart brengen;
•    een realistische begroting, een realistisch financieringsplan en cashflowschema opstellen;
•    een realistische projectplanning maken;
•    kennis opdoen van scenario- en regieovereenkomsten;
•    een aanvraag doen bij het filmfonds.

competenties
2. Onderzoekend vermogen
3. Ambachtelijk vermogen
5. Vermogen tot groei en vernieuwing
6. Organiserend en ondernemend vermogen
7. Communicatief vermogen

onderwijsvorm
Hoor- en werkcollege en praktijkopdrachten

docenten
Eva Eisenloeffel, Bernadette Bout, Loes Komen en Eva Verweij

toetsvorm & beoordeling
•    Minimaal 80% aanwezigheid;
•    Actieve en constructieve participatie;
•    Een voldoende beoordeling van de opdrachten (O/V);
•    Individueel evaluatieverslag.

studiebelasting
4 EC (112 uur)

Delen