undefineddownload de randvoorwaarden eindexamen productie

Randvoorwaarden eindexamenfilm studiejaar 2013-2014

Bacheloroverleg
Het bacheloroverleg heeft de bindende bevoegdheid beslissingen te nemen m.b.t. de ontwikkeling, realisering, oplevering, uitbreng en distributie van de eindexamenfilms. Hieronder volgen de algemene voorwaarden. Ook in alle gevallen waarin deze niet voorzien, beslist het bacheloroverleg.

Timeslot
Maximaal 24’30’’ inclusief titels

Budget
Per project stelt de academie een budgetindicatie vast. Op grond hiervan stelt de student productie een begroting op. Bij een te hoog uitvallende begroting dient deze te worden aangepast. Het is niet uitgesloten dat het scenario/documentaireplan eveneens aangepast moeten worden. De bijdrage van de academie kan variëren van circa € 4.000,- tot maximaal € 8.500,- en is mede afhankelijk van de lengte en eventuele participatie van een omroep. De vakklas productie stelt in overleg met de betrokken studieleiders, per project het budget vast. Criteria zijn het doel, de inhoud en de beoogde vormgeving van de productie.

Begroting
De begroting dient sluitend te zijn en goedgekeurd door de productie-afdeling. Indien een project een groter budget nodig heeft dan waarin de academie en een eventuele participerende omroep kunnen voorzien - na beoordeling van de afdeling productie- dienen studenten zelf voor het resterende bedrag te zorgen. Indien crewleden in overleg met de productiestudent besluiten om kosten te maken die niet binnen de goedgekeurde begroting passen, zijn deze budgetoverschrijdingen voor rekening van de betreffende crewleden. De betrokken studenten tekenen hiervoor een overeenkomst met de Filmacademie. 

Buitenland
Een documentaire-eindexamenfilm wordt slechts bij zeer hoge uitzondering in het buitenland gedraaid. Het bacheloroverleg beslist hierover.

Kinderen en dieren
Het werken met kinderen en dieren is moeilijk, kost tijd en geeft planningsproblemen. Projecten die met kinderen en/of dieren willen werken, dienen op dit punt vooraf speciale toestemming te krijgen van het bacheloroverleg. Het kan betekenen dat het scenario aangepast, dan wel vereenvoudigd dient te worden.

Groen licht/plan-, scenario-ontwikkeling/pitch Publieke Omroep/realisering
De plan- en scenario-ontwikkeling vindt plaats in het derde studiejaar. Voor de uitwerking van een plan dient op basis van een synopsis of researchplan groen licht (1) van het bacheloroverleg te worden verkregen; in het vervolgtraject vinden nog twee groen licht momenten plaats: t.b.v. de pitch aan de Publieke Omroep (2) en t.b.v. de realisatie (3).

Muziek
Voor de muziek van de eindexamenfilms wordt evenals in het derde studiejaar samengewerkt met de studenten van de Masteropleiding Composing for Film. Dat sluit niet uit dat er, naast gecomponeerde muziek, ook bestaande muziek gebruikt kan worden. Bij het gebruik van bestaande muziek voor een eindexamenfilm dienen de muziekrechten geregeld te zijn.

Participatie omroepen (zie ook protocol samenwerking omroepen)
De zendgemachtigden van de Publieke Omroep spreken hun voorkeur uit op basis van de synopsis van het project en een pitch, die voor de fictieplannen in juni plaatsvindt en voor documentaireplannen in september. De voorkeuren van de zendgemachtigden worden zo spoedig mogelijk na de pitch bekend gemaakt. In een later stadium van de scenario-ontwikkeling beslissen de omroepen of zij in het project participeren. In het geval dat studenten hun project aan omroepen willen pitchen, dienen zij deel te hebben genomen aan de pitchtraining in het derde studiejaar en groen licht te hebben gekregen van het bacheloroverleg. Er bestaat overigens geen verplichting voor samenwerking met een zendgemachtigde van de Publieke Omroep.

Sponsoring
Het is toegestaan om extra financiering te zoeken voor een vierdejaars project. Fondsen- en sponsorwerving dienen in alle gevallen overlegd te worden met de productiecoach. Dit om er mede zorg voor te dragen dat de mediawetgeving in acht genomen wordt en de diverse sponsorverzoeken elkaar niet doorkruisen. Indien noodzakelijk, is het mogelijk extra apparatuur buiten de school te lenen. Dit dient overlegd te worden met de desbetreffende vakklas, die daarvoor haar eigen richtlijnen kent. Op persoonlijke titel lenen is niet toegestaan!

Drager/type camera
Studenten dienen zes weken van tevoren, een schriftelijk gemotiveerde voorkeur voor een type camera aan te geven. De studieleiders camera en productie nemen hierover een principebeslissing die wordt besproken met de studieleider regie en die wordt gecommuniceerd in de planningsvergadering. Het type camera wordt vastgesteld op basis van de leerdoelen, de inhoud, de vormgeving en productionele mogelijkheden. De logistiek, capaciteit en goodwill van de academie t.o.v. apparatuur verhuur- en facilitaire bedrijven spelen daarbij een belangrijke rol. 

Preproductie
Voor documentaire geldt dat minimaal twee weken voor aanvang van de opnameperiode het definitieve filmplan gereed dient te zijn. Voor fictie dient het definitieve scenario minimaal acht weken voor aanvang van de opnameperiode gereed te zijn.
Bij de IMVFX-productie dient rekening te worden gehouden met een langer traject dat paralel loopt met de ontwikkeling van het scenario.
De découpage (draaiboek, plattegrond, lichtplan en gelijnd script) dient minimaal tien dagen voor de eerste opnamedag besproken te zijn door de studenten regie, camera en productie met de studieleiders/docenten regie en camera.
Het geluidsplan wordt besproken met de studieleider/docent Sound Design.
Het production designplan wordt besproken met de studieleider/docent/coach production design volgens het door de vakklas opgestelde afsprakenschema.
De draaiplanning dient uiterlijk zeven dagen voor de eerste opnamedag gereed te zijn en ter beoordeling te worden voorgelegd aan de productiecoach. In het geval dat een draaiplanning een te grote werkdruk doet vermoeden dient de découpage te worden aangepast en moet een nieuwe draaiplanning worden gemaakt.
Voor iedere eindexamenfilm moet onder verantwoordelijkheid van de betrokken productiestudent(en) een postproductie protocol te worden gemaakt en ter goedkeuring aan de docent/supervisor Postproductie te worden voorgelegd. De studieleider montage dient deze schriftelijk vastgelegde afspraken te ontvangen.
Minimaal een week voor de opnames dient de begroting goedgekeurd te zijn door de vakklas productie. De studieleiders, de productiecoach en docent/supervisor postproductie dienen na bespreking, via het productieformulier, akkoord te gaan met het aan hen voorgelegde plan.

Draai periode en oplevering

De planningscommissie stelt voor de zomervakantie definitieve opnameperioden vast. Iedere productie krijgt een eigen draaiperiode, postproductie periode en opleveringsdatum. Een productie dient daarom te worden gerealiseerd in het daarvoor overeengekomen traject en vertoninggereed te zijn op de opleveringsdatum.
Crew samenstelling
De sleutelfuncties, te weten productie, regie, scenario, camera, licht, production design, geluid, IMVFX en montage moeten ingevuld worden door studenten uit het vierde leerjaar. Voor eventuele medewerking van assistenten uit lagere jaren of buiten de academie, dient een verzoek te worden ingediend bij de desbetreffende studieleider. Voor alle duidelijkheid: de uiteindelijke beslissing over de crewsamenstelling ligt bij de studieleiders. Er wordt naar gestreefd om de crew van alle producties samen te stellen voor de zomervakantie.

Nadere bepalingen

Transport
Een door de afdeling productie goed te keuren transportschema moet worden gemaakt, waarbij het risico voor verkeersovertredingen bij de desbetreffende chaufferende student of cursist (uit de workshop) komt te liggen.
WA-verzekering
Alle bij de uitvoering betrokken studenten en cursisten dienen een WA-verzekering te hebben afgesloten en een bewijs van hun WA-verzekering te overleggen.
Eindexamenmap productionele oplevering/afhandeling
vóór de persvertoning dienen declaraties te zijn afgerond en logboekgegevens, quitclaims en nacalculaties (waarbij verschillende studenten taken hebben) te worden ingeleverd; anders kan het diploma later in die week niet worden uitgereikt. Tevens dienen de DVD’s van de film (t.b.v. de omroep) en de Engelse vertaling opgeleverd te zijn. Alle gegevens dienen in hard copy en digitaal te worden ingeleverd.
Postproductie
Nadere informatie over scannen volgt via de docent/supervisor postproductie.
Beeldmontage
Maximaal vijf weken (fictie) en zes weken (documentaire).
Geluidsnabewerking
Vier weken geluidsmontage en een week mixage in een surround studio.
In het postproductie protocol zijn de regels en eisen te vinden ten aanzien van de uitwisseling van materiaal tussen de beeldmontage en de geluidsafwerking. Tijdens de mixage moet de kleurgecorrigeerde definitieve beeldversie compleet met titels beschikbaar zijn.
(af)titeling
Voor de (af)titeling van producties hanteert de academie een creditprotocol. In het creditprotocol zijn de regels en eisen te vinden voor de (af)titeling van de eindexamenfilms. Voordat er titels gemaakt worden, moeten de conceptlijsten in duplo ingeleverd worden, en geaccordeerd worden door de productiecoach.
Oplevering
eindexamenfilm In het opleveringsprotocol zijn de regels en eisen te vinden voor de opleveringen van de eindexamenfilms aan de academie en de Publieke Omroep.
Evaluatie
De eindevaluatie vindt plaats na oplevering en vóór de persvertoning, première en openbare vertoningen en is verplicht voor alle crewleden. De eindevaluatie is voorwaarde voor vertoning van een eindexamenfilm op het eindexamenfestival en/of buiten de academie. Van vertoning buiten de academie kan pas sprake zijn NA het eindexamenfestival. 

Fictie studioproject

De breakdown
dient minimaal twee weken voor aanvang van het draaien plaats te vinden.
Callsheets worden verspreid volgens het bij het secretariaat verkrijgbare verzendingsschema en dienen minimaal een dag voor het draaien verspreid te worden.
Productieboekjes dienen volgens het zelfde schema (schema callsheets) te worden verspreid, minimaal twee dagen voor aanvang van de draaiperiode.
Vertoningsduur maximaal 24’30’’ inclusief titels.
Drager film of file based.
Draairatio maximaal 1:8 voor fictie op film, 1:15 voor fictie op een file based camera. Er wordt uitgegaan van een gezonde draaimentaliteit bij producent, cameraman en regisseur. Zo niet, dan zadelen zij degenen die na hen komen in het traject met een probleem op.
Draaidagen maximaal 9, te draaien in een aaneengesloten periode incl. reistijd en exclusief 1 rustdag. 
Locaties maximaal 9
Werkdruk maximum aantal uren op de set: 10 (dat is inclusief voorbereiding, opbouwen en afbreken van de sets), maximum aantal nachten exterieur: 2, minimum aantal uren tussen wrap en call: 12, maximum aantal shots/slates per dag: 12.
Licht maximaal 25 KW. Aggregaat is toegestaan, mits gereden door iemand met bevoegd rijbewijs. De lichtapparatuur dient vervoerd te worden in een daarvoor geschikt voertuig, daarbij rekening houdend met het wettelijk maximaal toegestane laadvermogen. Bij B-rijbewijs maximaal 3500 kg (inclusief  gewicht van het voertuig en de inzittenden).
Grip in overleg met studieleider camera.
Geluid in overleg met de studieleider geluid.
Special effects altijd in overleg met de vakklas production design en productiecoach.
Randvoorwaarden studioproject bacheloroverleg
Het bacheloroverleg t.w. de gezamenlijke studieleiders heeft de bindende bevoegdheid een project in een bepaalde categorie in te delen. Bij de categorieën wordt een aantal parameters genoemd. Waar dat niet het geval is, geldt ook dat het bacheloroverleg kwantiteiten bindend kan vaststellen. In alle gevallen waarin deze specifieke voorwaarden niet voorzien, beslist het bacheloroverleg. Een eerste versie van het scenario wordt door de gezamenlijke studieleiders getoetst op haalbaarheid (eerste groen licht).

Fictie locatieproject

De breakdown dient minimaal twee weken voor aanvang van het draaien plaats te vinden.
Callsheets worden verspreid volgens het bij het secretariaat verkrijgbare verzendingsschema en dienen minimaal een dag voor het draaien verspreid te worden.
Productieboekjes dienen volgens het zelfde schema (schema callsheets) te worden verspreid, minimaal twee dagen voor aanvang van de draaiperiode.
Vertoningsduur film maximaal 24’30’’ inclusief titels.
Drager film of file based.
Draairatio maximaal 1:8 voor fictie op film, 1:15 voor fictie op file based camera. Er wordt uitgegaan van een gezonde draaimentaliteit bij producent, cameraman en regisseur. Zo niet, dan zadelen zij degenen die na hen komen in het traject met een probleem op.
Draaidagen maximaal 9, te draaien in een aaneengesloten periode incl. reistijd en exclusief 1 rustdag.
Studiosets maximaal 2 basissets in de studio, te ontwerpen door de studenten production design en in overleg met de studieleider Production Design.
Werkdruk maximum aantal uren op de set: 10 (dat is inclusief voorbereiding, opbouwen en afbreken van de sets), maximum aantal nachten exterieur: 2, minimum aantal uren tussen wrap en call: 12, maximum aantal shots/slates per dag: 12.
Licht maximaal 25 KW. De lichtapparatuur dient vervoerd te worden in een daarvoor geschikt voertuig, daarbij rekening houdend met het wettelijk maximaal toegestane laadvermogen. Bij B-rijbewijs maximaal 3500 kg (inclusief gewicht van het voertuig en de inzittenden).
Grip in overleg met studieleider camera.
Geluid in overleg met de studieleider geluid.
Special effects altijd in overleg met de vakklas production design en productiecoach.
Randvoorwaarden locatieproject bacheloroverleg
Het bacheloroverleg heeft de bindende bevoegdheid een project in een bepaalde categorie in te delen. Bij de categorieën wordt een aantal parameters genoemd. Waar dat niet het geval is, geldt ook dat het bacheloroverleg kwantiteiten bindend kan vaststellen. In alle gevallen waarin deze specifieke voorwaarden niet voorzien, beslist het bacheloroverleg. 
Een eerste versie van het scenario wordt door de gezamenlijke studieleiders getoetst op haalbaarheid (eerste groen licht).

Documentaire

Callsheets worden verspreid volgens het bij het secretariaat verkrijgbare verzendingsschema en dienen minimaal een dag voor het draaien verspreid te worden.
Productieboekjes dienen volgens het zelfde schema (schema callsheets) te worden verspreid, minimaal twee dagen voor aanvang van de draaiperiode.
Vertoningsduur film maximaal 24’30’’ inclusief titels.
Drager film of file based.
Draairatio maximaal 1:10 voor documentaire op film, 1:25 voor documentaire op file based camera. Er wordt uitgegaan van een gezonde draaimentaliteit bij producent, cameraman en regisseur. Zo niet, dan zadelen zij degenen die na hen komen in het traject met een probleem op.
Opname crew maximaal 4 personen (regie, productie, geluid en camera)
Draaidagen maximaal 21
Werkdruk maximum aantal uren op de set: 10, minimum aantal uren tussen wrap en call: 12
Licht maximaal 7,5 KW. De lichtapparatuur dient vervoerd te worden in een daarvoor geschikt voertuig, daarbij rekening houdend met het wettelijk maximaal toegestane laadvermogen. Bij B-rijbewijs maximaal 3500 kg (inclusief gewicht van het voertuig en de inzittenden).
Geluid in overleg met de studieleider geluid.
Spottijd ruime spottijd tussen laatste opnamedag en eerste montage dag. 

Delen