derdejaar films: verdiepen experimenteren

In het derde jaar wordt een aantal gemeenschappelijke projecten gerealiseerd, documentaires en fictiefilms. Studenten participeren vanuit hun eigen discipline. Studenten Cinematography, Montage, Productie en Scenario werken aan meerdere projecten mee en worden vanuit hun afstudeerrichting ingedeeld.

Studenten ontwikkelen deels gezamenlijk een filmplan dat na goedkeuring door het bacheloroverleg verder wordt uitgewerkt. De studenten uit de andere vakklassen worden zo vroeg mogelijk bij de voorbereidingen betrokken. De student productie is verantwoordelijk voor het nakomen van de gemaakte afspraken. Het te realiseren filmplan moet passen binnen de ter beschikking gestelde opname- en postproductietijd, binnen het beschikbaar gestelde budget en moet realiseerbaar zijn met de op de academie aanwezige faciliteiten en apparatuur. Voor de muziek wordt (verplicht) samengewerkt met studenten van de masteropleiding Composing for Film.

zie verder: handleiding 3e jaars films

organisatie en coördinatie
Anita Smit is eerste aanspreekpunt voor alle productionele zaken die (de organisatie van) de projecten beinvloeden. Zij is studieleider van de productieklas en voorzitter van het planningsoverleg dat iedere donderdagochtend vergadert.typo3/#_ftn1

begeleiding / coaching
Ieder project wordt vanuit productie begeleid door een productiecoach en een post-productiecoach.
Voor alle zaken die het project beïnvloeden (preproductie, opname en postproductie) zijn zij aanspreekpunt. Deze coaches dragen intern zorg voor verspreiding van de informatie. Daarnaast dragen coaches van de verschillende vakklassen zorg voor coaching van hun studenten bij de uitvoering van de eigen discipline.

gemeenschappelijke leerdoelen
Na afloop van dit traject heeft de student:

  1. meer ervaring opgedaan met het gezamenlijk maken van films;
  2. geexperimenteerd met vorm en inhoud en wellicht eerste experimenten uitgevoerd ten behoeve van hun eindexamenfilm;
  3. meer zicht gekregen op eigen en elkaars specifieke kwalteiten;
  4. door bij te dragen aan de organisatie van de derdejaars presentaties geleerd zich te presenteren aan het publiek;
  5. een eerste beeld gekregen over hoe hun film overkomt bij vertegenwoordigers uit het werkveld.

cinematography en de derdejaars films - 21 EC

verzorg licht en beeld

algemene typering en inhoud
De studenten Cinematography werken aan meerdere films, waarbij elke student tenminste eenmaal hoofd camera en eenmaal gaffer is. Bovendien is de student minimaal eenmaal camera- en eventueel eenmaal lichtassistent bij een derdejaars oefening en een eindexamenproductie, en zoveel vaker als noodzakelijk om alle producties tot een goed einde te brengen. De indeling bij de diverse projecten geschiedt door de studieleider die hierbij rekening kan houden met voorkeur van de student en eerdere samenwerkingsverbanden. Het is belangrijk dat de studenten met veel verschillende regisseurs leren samen te werken, en hierbij kan rekening worden gehouden bij de indeling. In de periodes dat de derdejaars studenten niet zijn ingedeeld bij een derdejaars productie worden zij geacht te assisteren bij de vierdejaars producties. Daarnaast wordt de student geacht de grading van een niet door de student gedraaide film te verzorgen. Het werken aan de derdejaars films kan worden gezien als een generale repetitie voor de eindexamenfilms.

 

leerdoelen
Na afloop heeft de student Cinematography:

  • zijn creativiteit en vakkeneiis verder vergroot
  • de samenwerkingsverbanden met bandere disciplines verder verdiept

competenties
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11

onderwijsvorm
gemeenschappelijke praktijkoefening

contacttijd
..

docenten/coaches
Mick van Rossum, Raymond Grégoire e.a.

toets
- demonstratie tijdens de oefening
- leer/reflectieverslag

beoordeling
De student krijgt de studiepunten toegekend indien:

  • actieve participtatie tijdens de voorbereidingen;
  • actieve participatie volgens indeling (zowel bij de derde als bij de vierdejaars oefeningen);
  • demonstratie van voldoende technisch en inhoudelijk inzicht;
  • demonstratie van voldoende sociale en communicatieve vaardigheden;
  • voldoende resultaat tijdens de oefeningen;
  • actieve participatie tijdens de evaluaties (draai-, eind- en vakklasevaluaties)
  • een voldoende voor het leer/reflectieverslag

studiebelasting
21 EC (588 uur), bestaande uit:
- voorbereiding 3 EC
- opnamen van de 3e jaars oefeningen 8 EC
- assistentie 4e jaars producties 5 EC
- verslag(en) en evaluaties 2 EC

 

 

Delen